Dit zevende van de twaalf principes van het Manifesto for Agile Software Development is er heel duidelijk over: mooie verhalen en Powerpoints zijn niet voldoende, wireframes zijn geen product. Het gaat om echt werkende software:
Working software is the primary measure of progress.
Een belangrijk voordeel van agile werken is dat - in de ogen van sommige opdrachtgevers gek genoeg - de voorspelbaarheid van de output toeneemt. Naarmate we vaker een nieuwe versie van ons product releasen ontstaat zowel binnen het team als bij de stakeholders een beter gevoel hoeveel voortgang we kunnen boeken in de volgende sprint. Door keer op keer in tweewekelijkse sprints een beter product met meer features op te leveren, groeit het vertrouwen van de opdrachtgever, voor wie we aan het werk zijn.
Zet dat af tegen de klassieke werkwijze: functioneel ontwerp schrijven (van de hele applicatie), technisch ontwerp schrijven (van de hele applicatie), zes maanden bouwen en dan pas testen. In dit laatste geval is het veel "spannender" wat er uit de koker van het ontwikkelteam te voorschijn komt.
Agile werken kenmerkt zich onder meer door het gegeven dat het team praktisch voor onbepaalde tijd sprint na sprint zou kunnen afleggen. Zet ook dit af tegen de eindsprints, die vaak in klassieke projecten tot grote onrust en stress leiden, dan begrijp je waarom ook de meeste ontwikkelaars het liefst agile werken.