De beoogde Wet Digitale Overheid, voorheen de Wet Generieke Digitale Infrastructuur, heeft nu een naam die meer past bij de ambitie van deze Wet (die nu nog een Wetsontwerp is). Wat gaat deze wet voor overheden, bedrijven en burgers betekenen?
Belangrijk in dit Wetsontwerp is het streven van de Overheid om digitale dienstverlening verder te standaardiseren. Vanuit het perspectief van burgers en bedrijven een prettige zaak, maar er zitten wel wat adders onder het gras.
Om te beginnen is deze wet niet van toepassing op diensten die niet vallen onder het betrouwbaarheidsniveau substantieel of hoog. Nog los van de interpretatie van dit niveau betekent dit dat een aantal overheidsdiensten dus niet verplicht gebruik zullen hoeven te maken van de voorzieningen die de wet introduceert.
Het kostenaspect van de introductie van deze voorzieningen speelt ook een belangrijke rol. De Vereniging Nederlandse Gemeenten doet nu al een beroep op de Rijksoverheid voor een tegemoetkoming in de kosten, omdat er voor gemeenten sprake is van gedwongen winkelnering. Zo worden de kosten van ontwikkeling en implementatie afgewikkeld op de belastingbetaler.